10de Editie: Merlijn Doomernik
woensdag 6 november 2019
woensdag 6 november 2019
Aan tafel met: Merlijn Doomernik
Photo31 – woensdag 6 november 2019
Auteur: Babs Wittemen
Terwijl buiten de duisternis is ingetreden en de bladeren weer van de bomen vallen, is alweer de 10e editie aangebroken van Photo31. Naast vele professionele fotografen en mensen met een liefde voor fotografie zien we een aantal bekende gezichten onder de bezoekers, zoals Marcel Molle (Zilveren Camera), Ton Hendriks (Pf) en fotograaf Govert de Roos.
Merlijn Doomernik wordt geïnterviewd door Robert Theunissen, hoofdredacteur van SHUTR Magazine.
Aanpak
“Het gaat eigenlijk heel simpel”, antwoordt Merlijn op de vraag naar zijn aanpak. Humor, of ‘meligheid’, zoals de fotograaf het zelf noemt, lijkt een terugkerende rol te spelen. Daarnaast heeft het doel van de foto invloed op de locatie, bijvoorbeeld bij de foto voor het album van Eric Fazon Morel, flamencogitarist met de titel “El Aquador”, de waterdrager. Dan moet je het water in, had Merlijn bedacht. Hij vertelt hoe de geportretteerde zijn evenwicht verloor in de richting van de fotograaf, die gelukkig snel opzij kon stappen om zijn apparatuur te redden.
Afhankelijk van hoe makkelijk of stroef de fotoshoot verloopt, maakt Merlijn meer of minder foto’s, maar 200 is wel normaal. Verschil maakt ook wie hij fotografeert, een kunstenaar of bijvoorbeeld een politicus. Hij houdt er niet van als hij enkel en alleen wordt gevraagd voor zijn humor. Zo van ‘we willen een grappige foto, laten we Merlijn vragen’ – “dan heb ik al geen zin meer en weet ik dat het niet gaat lukken”.
Niet alles is van tevoren geregisseerd, situaties zijn vaak terloops ontstaan. Er gebeurt altijd iets onverwachts. Daar jaagt hij in feite op. Merlijn functioneert goed onder druk: “Hoe harder mijn hersenen gaan werken, des te groter de kans is dat het beter wordt dan een 5”. Over de foto met Alex van Warmerdam zegt hij: “ Alex wilde in zijn atelier, ik wilde hem op dat bankje buiten. Het was zijn vrouw die zei ‘we kunnen ook een kat laten vliegen’ – dat doen we, zei ik”. Maar een geweldige foto kan ook in volledige paniek en wanhoop ontstaan, of door te experimenteren. Die spanning heeft hij nodig. Op het grote scherm verschijnt de foto van de muzikant met trommel en de broek op de enkels. “ Het geheim is: als je iets melig doet, moet het met een uitgestreken gezicht zijn. Moppen moet je niet uitleggen.”
Door de lichtopstelling lijkt een foto vaak ook spannender dan het is, dat is ook waar het voor een groot deel over gaat. “Fotografie is een grote veinzerij. De eerste tien jaar van je werk moet je veel zelfoverschatting hebben anders red je het niet. Als je denkt ‘de wereld zit niet op mij te wachten’, dat werkt niet.”
Merlijn heeft meestal geen gesprek voordat hij een foto maakt. Eerst dagenlang iemand leren kennen en diep in iemands ziel kijken met het idee dat fotografie een derivaat is van het gesprek en een representatie van een diepgaande ontmoeting vindt hij onzin! “Een foto is gewoon een tweedimensionale weergave van een persoon. Met een paar manipulatieve trucs in een paar tellen. Fotografie is per definitie oppervlakkig.”
Inspiratie
Inspiratiebronnen zijn Irving Penn en Per Morten Abrahamsen. Irving Penn vindt hij fantastisch vanwege zijn lichtheid en theatraliteit die in zijn tijd nog niet gebruikelijk was. Hij brengt ook die kwinkslag. “De kwinkslag is voor mij een oplossing, om te voorkomen dat het een saaie foto wordt”.
Een boek dat inspiratie geeft is “Het Verlangen van de Pinguïns” (Willy Puchner, red.). Twee mensgrote namaak pinguïns waarvan overal ter wereld op bekende plekken foto’s zijn gemaakt. “Hij doet iets wat ik niet kan”, vertelt Merlijn, “eindeloos werken aan een project dat alleen een verhaaltje is. Wel een gaaf verhaal, dat je echt iets kunt maken vanuit jezelf. Ik wou dat ik dat kon. Het inspireert me om mijn best te doen. Ik voel me echter prettig in mijn rol en functioneer daar goed in.”
Ontwikkeling
Merlijn begon zijn carrière niet direct met fotograferen. Na een stage bij de Volkskrant tijdens de fotoacademie werd hij gevraagd fotoredacteur te worden. Dat kwam hem goed uit, want hij had zelf het idee niet geschikt te zijn als fotograaf. Na een jaar wilde hij terug naar de academie, toen hij werd gebeld door het Parool. Vervolgens kwam hij bij VPRO Gids en Trouw terecht. Op zijn 23e besloot hij toch fotograaf te worden. “Ik kan altijd nog onder de TL-buizen gaan werken”. In het begin deed Merlijn niets met flitslicht, omdat hij niet wist hoe. Inmiddels is dat wel anders, hoewel hij nog steeds niet over veel zelfvertrouwen beschikt als het over flitslicht gaat. Wel heeft hij het vertrouwen dat hat altijd goed komt. “Hoe meer ik aan het toeval overlaat en hoe meer stress ik krijg, des te groter de kans dat het alsnog lukt.”
Merlijn staat bekend om zijn improvisatietalent en de kwinkslag in zijn foto’s. Het viel Robert op hoe ontspannen Merlijn was tijdens hun voorgesprek, totdat hij opstond en aankondigde te moeten vertrekken vanwege een fotoshoot met Tom Egbers. Hoe dat dan gegaan was? Enigszins gestrest, vertelt Merlijn, omdat het begon te regenen, waarop hij niet was voorbereid. Maar dankzij de BN-status van Tom was het niet moeilijk een dichtbij zijnde locatie binnen te lopen en daar foto’s te maken.
Inmiddels merkt de fotograaf dat zijn werk serieuzer wordt en de kwinkslagen er steeds meer uit gaan. Hij probeert te veranderen om voor zichzelf ook spanning te houden. Zo maakte hij bijvoorbeeld portretten van de ‘Kinderen van Karbaat’, de kinderen met allemaal dezelfde vader die door kunstmatige inseminatie zijn geboren. Ook de indringende portretten van misbruikte vrouwen in een klooster zijn van een heel andere stijl. Maar, zegt hij ook, na twee weken fotograferen in de studio in dezelfde setting wordt het toch saai.
Op de vraag of het ook wel eens mis gaat, geeft Merlijn voorbeelden uit het pre digitale tijdperk. Het overkomt iedereen wel eens: een filmpje vergeten, of alles onscherp. Eerst probeer je het te redden, en soms komt er toch iets moois uit. Maar een voorbeeld van hoe het echt misging is het portret van Jan Peter Balkenende. Hij had hem laag zittend achter een bureau wilde neerzetten, niet bepaald flatterend, maar werd tegengehouden door spindoctor Jack de Vries. Of het portret van Hanneke Groenteman met twee snoepzakken bij Jamin. “Ik verwachtte enige media-ervaring maar dat had ze niet.” De foto werd gepubliceerd, waarop ze boze brieven naar de redactie schreef. “Inmiddels ben ik veel vriendelijker. Nu doe ik meer in overleg, maar in principe bepaalt de opdrachtgever welke foto gepubliceerd wordt. De krant heeft de redactionele vrijheid om te bepalen wat geplaatst wordt.”
Er zijn geen mensen die Merlijn niet zou willen portretteren. Het hangt wel van het motief af, hij zou bijvoorbeeld niet willen meewerken aan campagnemateriaal voor rechtse partijen. “Ik wil het wel in een bepaalde vrijheid doen en niet werken aan een beeld waar ik het niet mee eens ben.”
Ook dit interview eindigt met een kwinkslag: “Als fotograaf op een feestje moet je altijd een paar vragen beantwoorden: heb je een Nikon of een Canon. Hoeveel pixels heeft je camera. Werk je voor de Playboy en heb je wel eens een pornoster gefotografeerd. Dat heb ik nu ook gedaan (Bobby Eden).”
Om 21.05 uur blijkt dat de tijd om is en er helaas geen ruimte meer is voor mensen uit het publiek om aan tafel hun vraag aan Merlijn te stellen. Maar gelukkig heeft Robert Theunissen veel vragen al meegenomen in het vlotte en informatieve gesprek, dat een buitengewoon interessant kijkje in de keuken gaf van deze fotograaf.
Na afloop is er tijd om informeel na te praten onder het genot van een drankje en staan fotografen in de rij voor hun portfolio review bij een van de vier prominenten uit het vak die graag hun expertise delen bij Photo31. Dit keer waren dat Natalia Toret (NRC Media), Roel Sandvoort (Sandvoort Gallery), fine art fotograaf Aleksander Willemse en docent, fotograaf en projectleider Tom Meerman.