Vandaag aandacht voor de selfie. Dit jaar is het tien jaar geleden dat het woord werd verkozen tot woord van het jaar en dat het zowel in de Nederlands Van Dale als het Britse Oxford woordenboek werd opgenomen. Het woord, dat staat voor een zelfportret van het gelaat, met webcam of smartphone gemaakt en bedoeld voor sociale media, dook veel eerder, in 2002, al eens op in de Australische media. Het zou nog jaren duren voordat het mondiaal gemeengoed werd.
Minutieus poseren
Het vroege zelfportret met de mobiele telefoon was een uitdaging omdat met maar één camera aan de achterzijde van het toestel, je niet kon zien wat je deed als je die op jezelf richtte. Daar kwam verandering in toen de smartphone werd uitgerust met een tweede camera, aan de voorzijde van het toestel. Nu kon men met de camera aan de schermzijde, net als bij de webcam, zien wat men deed om zo minutieus te poseren.
Duckface
Er werden aanvankelijk losse regeltjes uitgevaardigd over waar de ware selfie aan moest voldoen. De houding van de arm die de smartphone vasthield bepaalde het standpunt. En de houding van het hoofd bepaalde de vorm van het gezicht. Met de kin naar de borst en omhoog kijkend van onder de wenkbrauwen, eventueel met de lippen getuit tot een ‘duckface’ werd de selfie een razend populaire fotografische toepassing. De eigen beeltenis als online statement. Om aan jezelf en de wereld te bevestigen dat je er bent. Dat je mooi bent. Al dan niet met gebruikmaking van software die de huid glad strijkt of de ogen een stukje groter maakt.
Zelfliefde
Wat betekende de selfie voor de pre-smartphone populatie, de beeldanalisten, trendwatchers en voor de content op de snel groeiende sociale platforms? Critici repten al direct over de selfie als uitvloeisel van het moderne egocentrisme en de oude profetische geschriften erbij gepakt, leek op zijn minst het tijdperk van de oeverloze ijdelheid en zelfliefde aangebroken. Anderzijds leek het niet meer dan natuurlijk om de selfie te omarmen als de opwarmer van onze kille sociale media accounts.
De selfie werd een vluchtig ambacht, dat ervoor zorgde dat selfie makers er door de bank genomen beter in slaagden zichzelf knap en sterk neer te zetten dan de gemiddelde fotograaf die de selfie nemer als model wilde gebruiken.
Trends volgen elkaar op en inmiddels leidt de selfie gedraging niet eens altijd meer tot een foto: het real time beschouwen van het eigen gelaat opgeleukt met een softwarematige vignettering is een bezigheid op zichzelf geworden. De smartphone als elektronische zakspiegel.
Wapen van keuze
De selfie werd los van alle ijdelheid, gezichtsverificatie en de ‘omdat het kan’ motivatie ook nog eens het wapen van keuze in het delen van waardevolle gebeurtenissen, zoals ontmoetingen met topsporters, presidenten, popsterren of wilde dieren. De selfie kreeg een dimensie van getuigenis en bewijsvoering. Het leidde in 2013, een paar weken nadat ‘selfie’ tot woord van het jaar was verkozen, tot internationale beroering toen President Barack Obama een selfie maakte met andere genodigden tijdens de uitvaart van Nelson Mandela. Vriend en vijand vielen over elkaar heen met vragen over etiquette en goede smaak.
Makaak
Een andere memorabele gebeurtenis in het prille bestaan van de selfie was de selfie door een dier gemaakt. Een nieuwsgierige makaak die tijdens het spelen met de camera van een natuurfotogaaf onbewust talloze selfies maakte bracht de wereld aan het lachen maar leidde tevens tot een slepende rechtszaak over of een dier auteursrecht kan bezitten.
Klassiek zelfportret
De vraag na deze uiteenzetting is: waar blijft in dit portret-geweld eigenlijk het klassieke zelfportret? De kunstvorm waarmee fotografen als Cindy Sherman, Robert Mapplethorpe Francesca Woodman, Antoine d’ Agata, Teun Hocks en vele anderen op hun unieke manier, complexe psychologische en maatschappelijke onderwerpen aanroerden. Is deze overlopen door de digitale trend van het snelle gemak, de kwantiteit en vertekenende filters? Volstrekt niet lijkt me. Het lijkt altijd weer neer te komen op vorm versus inhoud. De selfie is namelijk wel een zelfportret. Maar een zelfportret hoeft geen selfie te zijn. Hoe zou ik dan, afrondend, grofweg het belangrijkste verschil duiden tussen de selfie en het zelfportret? Het kostte me even maar ik heb er een tegeltjeswijsheid van gemaakt:
Bij een selfie fotografeer je jezelf in een event. Bij een zelfportret fotografeer je het event in jezelf.
Rob Verbunt
(foto boven: ©Rob Verbunt. foto’s onder: ©Cindy Sherman, ©Robert Mapplethorp Foundation, ©George and Betty Woodman)
Wil je graag reageren op deze PhotoDish? Fantastisch, dat kan hier.