Jeroen Toirkens (1971) richt zich met name op sociale documentairefotografie en ‘slow journalism’ projecten. Sinds 1999 volgt hij het leven van verschillende nomadische volken in Centraal-Azië, Rusland, Mongolië en de Arctische gebieden. Zijn boek Nomad (2011, Lannoo), toont de indringende foto’s die hij maakte tijdens elf reizen naar nomadische volken. Met dit boek creëert hij een divers maar ook schrijnend beeld van nomadisme in de 21ste eeuw. Jelle Brandt Corstius schreef het begeleidend essay.
In 2012 won Toirkens de prestigieuze Canon Prijs (Zilveren Camera, 2011) voor vernieuwende fotojournalistiek met zijn boek en project NomadsLife. Volgens de jury: “Een project dat in deze jachtige tijden benadrukt dat een jarenlange concentratie op één onderwerp leidt tot nieuwe inzichten, kennis en beelden die de clichés superieur ontstijgen.”
In 2013 verschijnt zijn tweede boek Solitude, In the wake of Willem Barentsz (Lannoo, 2013). Voor dit project werkte hij samen met auteur en Scandinavië correspondent Petra Sjouwerman. Samen schetsen zij een intiem beeld van mensen die in afzondering leven in het Arctische noorden van Noorwegen, Zweden, Finland en Rusland – kortweg de Barentsz-regio. De laatste overgebleven wildernis van Europa.
De afgelopen zes jaar werkte hij aan het project ‘Borealis’ over de verdwijnende bossen op het noordelijk halfrond en de gevolgen daarvan. Van 10 februari tot en met 13 juni is daarvan een grote tentoonstelling te zien in Fotomuseum Den Haag.
Deze video is geproduceerd door Barend Houtsmuller